Karbolchampignon

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Karbolchampignon (Agaricus xanthoderma)

De Karbolchampignon heeft als belangrijkste kenmerk de geelverkleuring van de hoed of steel bij aanraking, krassen of kneuzen. Vooral de steelvoet verkleurt bij doorsnijden fel geel. Verder is de chemische geur een belangrijk kenmerk.
De Karbolchampignon is giftig.

De Karbolchampignon komt op tal van plaatsen voor, ook veel in de grijze duinen.
De hoed is jong vaak tonvormig, later gewelfd. Het oppervlak is droog, glad of fijn vezelig, wit, geel verkleurend bij aanraken.
De lamellen staan dicht opeen, vrij en zijn jong nog licht van kleur, later donker door de sporen.
De steel heeft vaak een knolvoet. De ring is hangend, dun, aan de onderkant wat schubbig. De steelbasis verkleurt fel geel bij bekrassen.
De geur is onaangenaam.
Kenmerken van het geslacht Champignons  (Agaricus) waartoe Karbolchampignon behoort.

Hoed fors, vlezig, kaal of geschubd. De lamellen zijn bij jonge exemplaren roze, later donkerbruin. De lamellen staan vrij. De steel heeft vaak een ring. De sporeekleur is donker roodbruin. Saprotroof, d.w.z. ze leven van dood organisch materiaal.

Er komen in Nederland 45 soorten voor. In de Veldgids staan er 12 beschreven, deze zou je in het veld moeten kunnen herkennen.
Bij de determinatie in het veld zijn een aantal punten na te gaan.

Bekras de steelbasis
Steelbasis - verkleurt deze chromaatgeel bij kneuzing? ==> Agaricus xanthoderma (Karbolchampignon) met de geur van karbol (verrassend genoeg) of A. moelleri (Parelhoenchampignon) met grijsbruine schubbige, bleke hoed.

Ruiken
Na het bekrassen van de steelbasis ga je ruiken. Geurt de champignon naar anijs, bittere amandelen of bitterkoekjes en verkleurt het vlees geel?
Zo ja, dan kijk je naar de hoedkleur. Is deze wittig, dan zou je champignon een A. silvicola (Slanke anijschampignon) (steel zonder opvallende knol en ring dun en vliezig) of een A. arvensis ss. lato (Anijschampignon) (steel met knol, ring dik en stevig) kunnen zijn.
De naar bittere amandelen ruikende champignon heeft een gekleurde hoed met donkerder vezeltjes ==> A. augustus (Reuzenchampignon - hele grote champignon met gelige met bruine schubjes bedekte hoed) of de hoed is kleiner en bedekt met wijnrode vezels of schubben => A. semotus ss.lato (Wijnkleurige champignon).

De champignon ruikt niet of champignonachtig. Vlees verkleurt niet of verkleurt roze of rood.
Kijk ook nu weer naar de hoedkleur.
Hoed bruin en duidelijk grof vezelig schubbig ==> A. silvaticus (Schubbige boschampignon - vlees verkleurt bloedrood)
A. subperonatus (Gordelchampignon -vlees niet rood verkleurend, ring aan bovenzijde gestreept) of A. brunneolus (Panterchampignon - ring dun en hangend) of A. bisporus (Gekweektte champignon).

Met wittige, niet schubbige hoed resteren dan nog A. bitorquis (Straatchampignon) met dubbele ring en de A. campestris (Gewone weidechampignon) met enkele, dunne ring.

En dan zijn er nog een stuk of 30 soorten over die niet in de Veldgids Paddenstoelen I voorkomen en dat zijn dan mic-paddenstoelen.

SPECIFICATIES - karbolchampignon
familieAgaricaceae (Agaricaceae)
info familieHiertoe behoren o.a. Parasolzwammen, Champignonparasols, Poederparasols. Inmiddels worden ook de Bovisten tot deze familie gerekend.
naam karbolchampignon (Agaricus xanthoderma)
waar grijze duinen tot vlak achter de zeereep
sporeekleur donker
hoed 50-150 mm, afgeknot bolvormig, later spreidend, wit tot creme, later soms grijzig, centrum, donkerder, geel verkleurend bij kneuzen, fijnschubbig
steel 50-120x6-15 mm, cilindrisch, naar de voet verdikt, onderste deel vaak wat rossig, glad boven de ring, vezelig eronder, sterk geel verkleurend - ring hangend, vliezig en gemakkelijk scheurend, dikker naar de rand, wit
plaatjes matig dicht opeen, bleek tot donkerbruin met witte, fijn getande snede.